Waarom nieuwe BIM-tools vaak niet lekker van de grond komen

Waarom nieuwe BIM-tools vaak niet lekker van de grond komen

Je kent het wel: zojuist is een nieuwe BIM-tool op de markt gekomen. Eentje met een prachtige release en even mooie introductiefilm om succesvol te starten. Een tool die nog niet bestond. Een tool die elke BIM’mer nodig heeft. Deze gaat het maken! Maar waarom denken wij daar net even anders over. 

Dat de bouw gefragmenteerd is, weten we. Bij een project zijn vele onderaannemers en leveranciers betrokken en bij een volgend project starten we zo weer met een nieuw team. Dat is niks nieuws. Maar daarbij gebruiken we ook nog eens een gefragmenteerd softwarelandschap, waarbij software stiekem veel overlap heeft met elkaar. Voor bijna elke toepassing in het proces is een andere tool beschikbaar, in een gesloten data-omgeving. Niet altijd even praktisch en overzichtelijk ... 


Vanuit onze onafhankelijke rol als BIM-consultant richten we ons op vier aandachtsgebieden, zoals opgesteld door de Bouw Informatie Raad: Management & Organisatie, Informatie Technologie, Processen en Mens & Cultuur. Software valt onder Informatie Technologie, maar hoe raken we hiermee de totale organisatie? Hoe zorgen we voor overzicht en creëren we meetbaar resultaat? 

Focus

In gesprekken met softwareleveranciers stellen we altijd de vraag: ‘kan die functionaliteit ook?’. Zelden krijgen we hier een negatief antwoord op terug, maar wordt er gewerkt aan het ultieme zakmes. Een echte alleskunner. Uiteraard fijn dat er zoveel mogelijk is, maar om echt het verschil te maken, is het juist belangrijk om een strakke focus te blijven houden. Dus juist niet teveel functies in één tool proppen, maar je richten op een, of enkele, functionaliteiten die compleet uitgedacht zijn en top werken. Doen waar je goed in bent, niets meer dan dat!

In de praktijk zorgt een gebrek aan focus voor verkeerd verwachtingsmanagement en (onbevredigde) aannames bij de gebruikers. Te snelle digitale innovatie brengt zelfs de customer experience in gevaar. "Assumption is the mother of all fuckups…" : Travis Dane. 

Open omgeving

Niets is zo verschrikkelijk als wanneer iedere tool zijn eigen gesloten omgeving heeft. Kun je het je voorstellen dat iedere tool de laatste projectinformatie dient te gebruiken, en je dit allemaal los dient te uploaden? Al die modellen, documenten, issues, wijzigingen en overige data? En dat in een wekelijkse cyclus, verdeeld over +/- 15 disciplines? Geen doen! 

Aansluiting op open standaarden (bijv. IFC & BCF) is een vereiste om mee te kunnen met de groeiende hoeveelheid aan projectinformatie. Aansluiting op een Common Data Environment (CDE), al dan niet gecombineerd met platformen voor documenten (DMS), modellen (MMS), issues (IMS), wijzigingen (CMS) en beheerinformatie (AMS) is hierbij noodzakelijk. We noemen dit ook wel de ‘Single Source Of Truth’. Zie dit als een virtuele plaats waar alle informatie van een bepaald project wordt verzameld en beheerd. Zonder aansluiting op deze informatie, blijft het een losse tool in een gesloten omgeving. 

Innovators vs. de rest

Het percentage eerste testers en kopers van een nieuwe software staat gelijk aan 2,5%. Deze personen worden de innovators genoemd. Als het gaat om digitale innovatie, schuilt het gevaar dat deze innovators mijlenver vooruitlopen op de rest van de organisatie. Over de komst van meer digitalisatie is geen twijfel mogelijk. Volgens onderzoek van de ING, stijgt de totale waarde van software en data per werkzame persoon aanzienlijk in de bouw. Het maakt het ontwerpen efficiënter, maar de grootste uitdaging ligt in het meenemen van de totale organisatie. De vraag die dan moet worden gesteld is: wat ondersteunt de werkzaamheden van de rest van de organisatie nou écht, en wat zullen ze niet als last maar als must zien? Men moet eerst worden overtuigd van het nut van de software.


Eenvoud

In aansluiting op het meenemen van de totale organisatie, staat eenvoud centraal. Wanneer software makkelijker te gebruiken is, is de adoptiecurve groter en zijn gebruikers sneller in staat deze onbewust bekwaam in te zetten. Een laagdrempelige hands-on experience kan worden ondersteund door een compacte en praktische handleiding. Een boekwerk van 50 pagina’s gaat niemand lezen. Echt niemand. Een pdf van max. 3 pagina’s met duidelijke uitleg en foto’s van projecttaken wel. Liefst zelfs in template beschikbaar gesteld door de leverancier, welke gemakkelijk bedrijfsspecifiek te maken is. Zo borg je als leverancier dat je software efficiënt wordt ingezet en stel je de klant in staat om deze naar eigen documentatie om te zetten. 

Afsluiting

De waarde van software stijgt aanzienlijk, maar in de snel veranderende wereld dient de gebruiker voorop te blijven staan. De mogelijkheden van nieuwe processen en informatietechnologie bieden namelijk zelfs te veel kansen en uitdagingen. Zorg voor aansluiting op de ‘Single Source Of Truth’. Hou het praktisch en blijf focussen op de laagdrempelige hands-on experience. Laat het gemak en de efficiënte centraal staan om de gebruikter onbewust bekwaam nieuwe toepassingen in praktijk te laten brengen. 

Meer weten?

De BIM-consultants bij BASED hebben een gedegen kennis en ervaring op het gebied van BIM-software en implementatie. Wilt u meer informatie hierover of gewoon direct aan de slag binnen uw bedrijf? Neem dan contact op met Robin Kramer via robin@based.co.nl

TIPS van BASED: 

  • Pilot max. 1 nieuwe tool per project en licht dit duidelijk toe in de project kick-off aan de start van het project. 
  • Duik in de beschikbare API’s voor het koppelen van systemen. Je hoeft niet zelf het wiel opnieuw uit te vinden. 
  • Stel een compacte handleiding als template beschikbaar die bedrijfsspecifiek te maken is. Zo kan de klant de software snel implementeren.